Was de aardappels goed schoon, en haal eventuele ‘pitten’ eruit en snijd ze in stukken. Was vervolgens de bladeren van de palmkool goed schoon. Haal het onderste, dikkere gedeelte van de harde nerven uit de bladeren. Snijd de bladeren in dunne reepjes.
Zet de palmkool met wat water en een beetje zout op en kook 10 minuten. Voeg dan de aardappels toe en kook nog 20 minuten mee. Check of de aardappels gaar zijn. Giet het af en doe er dan 30 gram boter bij in de pan. Voeg een klein beetje warme melk toe en stamp door elkaar met zon’n heerlijk traditionele stamper. Breng op smaak met zout, peper, en een beetje nootmuskaat. Laat dan vervolgens nog even staan met de deksel op de pan.
Tip!
Als je koude melk toevoegt, kan de puree net zo plakkerig worden als behangplaksel. Met warme melk gaat dit een stuk beter.
Voor de saucijzen zet je de braadpan op het fornuis op een lage temperatuur. Doe er 100 gram boter in, en laat warm worden. Als de boter nog bruist de saucijzen voorzichtig in de pan leggen en 2 laurierblaadjes erbij doen. Regelmatig keren met een tang of 2 lepels en in 7-8 minuten braden. Prik nooit met een vork in de saucijzen, want dan loopt het vocht eruit, en krijg je droge saucijzen. De venkelsaucijzen uit de pan halen en onder aluminiumfolie bewaren. Voeg wat water toe aan de pan en laat de jus even inkoken op hoog vuur.
Verdeel de stampot over 4 borden, leg er een saucijs op. Doe er een lekkere lepel jus over heen.
Eet smakelijk!